zaterdag 12 oktober 2013

Rimpelingen

Vanmiddag in de achtertuin. Vlak voor de regen kwam.

zondag 28 juli 2013

Honderdvijftig keer mis

Een stevige onweersbui trekt over het land. En omdat ik een vorige keer leuke bliksems heb gefotografeerd, wil ik het met een nieuwe lens ook weleens proberen.

Naarmate de bui dichterbij komt, volgen de weerlichten elkaar steeds sneller op. Je zou zeggen dat het dan een eitje is om een bliksem op de foto te krijgen. Dat valt een beetje tegen.

Meestal wacht je als fotograaf tot je onderwerp goed in beeld is en dan druk je af. Bij bliksems ben je dan te laat. Kwestie van lange sluitertijd kiezen, afdrukken, en hopen dat in de tien seconden die volgen, leuke flitsen zullen komen. Na die tien seconden heeft de camera tijd nodig om het bestand weg te schrijven. Op een sluitertijd van tien seconden, is mijn camera ongeveer 8 seconden aan het berekenen wat hij eigenlijk heeft gezien. Alle bliksems tijdens het wegschrijven komen niet op de foto.

Was er geen bliksem, zoals in bovenstaand schema bij poging 1, 2 en 3, dan wordt de foto ongeveer zo.

En van dit soort plaatjes heb ik er nu honderdvijftig op het geheugenkaartje staan. Tijdens het wegschrijven van de donkere foto's bliksemde het er lustig op los. Maar de lichtstralen lieten zich niet vangen. Als ik geluk had, trof ik een keer een verlichte lucht.
Zou ik het kunnen uittellen, dacht ik. Niet tellen hoe lang de lens open staat, maar tellen hoeveel tijd er tussen de weerlichten zit. En dan zo mikken dat bij het volgende weerlicht de camera open stond. Oftewel: situatie 4 uitlokken.
 
Misschien dat je er software op kunt loslaten. Die dan met een zekere kans van slagen voorspelt op welke momenten je de camera open moet zetten om de flitsen te vangen. Bij uit het hoofd tellen werkte het in elk geval niet. 
 
Deze foto was dan ook gewoon geluk hebben. Ik heb zeker tien mooie bliksems gezien - van die felle scherpe lijnen door de lucht, en van die acht heb ik er twee gevangen. Die hierboven, en deze:
Na 150 keer missen word je het zat. Ik dacht nog: 'dat is het moment om nog éen keer een goede flits te vangen'. En inderdaad, nog geen tien seconden later een fantastische bliksem. Niet gevangen. En ook terwijl ik dit blogje typte - dansten de bliksems nog vrolijk rond het huis.
"Denk maar niet dat je ons kunt voorspellen, hahaha!" leken ze te zingen. 

donderdag 25 juli 2013

Vrije tijd

Vanuit de trein tussen Houten en Utrecht zag ik een veld vol wilde bloemen. Idylle van kleuren in groen en grijs land. Stond daar iemand? Minder dan tien seconden had ik de tijd om ernaar te kijken.

Toen was de trein er voorbij en wilde ik terug.

Daags erna hoefde ik niet met die trein. Met een fototoestel om de nek wandelde ik een boerenerf op. Ergens daar achter lag het veld. Een meisje dat de paarden te eten gaf, antwoordde dat je via het weiland bij de bloemen kon komen. En dat ik daar best heen mocht. Ging ze erover? Geen idee, maar ik mocht.
Zonder veel van de bloemen te weten - ik herkende vooral veel klaprozen - genoot ik van hun kleuren, zag ze wiegen in de wind en voelde mezelf tot rust komen. Zonder verwachtingen of oordeel van wie dan ook, over wat dan ook. Ik was er, en mocht tijdloos, eindeloos genieten. De essentie van vrije tijd.
Een warm briesje. Het continue gegons van hommels. Verderop het geruis van de a12 en de a27. En soms een trein. Wie uit die trein zou hier morgen komen kijken?


donderdag 9 mei 2013

Witte paarden, zwarte paarden

'Hoor jij bij mij?' Vroeg het witte paard aan de zwarte toren.
De zwarte toren zei iets onverstaanbaars terug. 'Wij zijn ook wel heel verschillend,' zei het witte paard.
'Hoor jij dan bij mij?' Vroeg het witte paard aan het zwarte paard.
'Wij lijken op elkaar, maar horen niet bij elkaar. Want ik moet witte stukken slaan, en jij zwarte.'
'Jij bent wit, en ik ook.' zei het witte paard tegen een witte pion. 'Dus wij horen bij elkaar!'
'Maar ik word een koningin, en dan ben ik superbelangrijk. En jij blijft een knol,' zei de pion.
Na lang zoeken vond het witte paard een ander wit paard. 'Wij lijken zo op elkaar, wij moeten wel bij elkaar horen,' zei het witte paard.
'Misschien,' zei het andere witte paard. 'Maar samen met jou kan ik niet winnen, en samen met een loper wel. Of met een toren. Of met een koningin. Daar ga ik heen. Doei!'
Misschien hoor ik wel bij niemand, dacht het witte paard.
'Hallo!' zei een stem.
'Ik ben een legomannetje. Zullen we samen spelen?'
Het witte paard keek verbaasd. 'Maar wij horen toch niet bij elkaar?'
'Nou en?' zei het mannetje. 'Ik heb zin om te spelen. Of we nou bij elkaar horen of niet.'

dinsdag 30 april 2013

Knuffels op de vrijmarkt


Weggerukt uit de intimiteit van de kinderkamer liggen de zachte vriendjes nu in de felle zon. Ze moeten een paar cent opleveren. De dag van de troonswisseling wordt voor deze beesten de dag van de slaapkamerwisseling.

Hoeveel er uiteindelijk van eigenaar wisselen? Geen idee.



Voor meer knuffels en hun (nieuwe?) eigenaren, zie www.flickr.com/photos/fotosyb. Daar staan de "staande" foto's. Op de een of andere manier lukte het me niet om die hier te uploaden...